Vingerzetting
Vingerzettingstekens gebruik je om aan te geven met welke vinger(s) je de bijbehorende noot speelt. Vingerzettingstekens zijn (uiteraard) instrumentgebonden, en er zijn voor ieder instrument verschillende afspraken hoe vingerzetting 'gelezen' moet worden.
Vingerzettingstekens plaats je (tenzij je toetscombinaties hebt veranderd) met <alt-shift-1>, <alt-shift-2> enz. voor cijfers, en <alt-shift-p>, <alt-shift-i>, <alt-shift-m>, <alt-shift-a> voor een aantal letteraanduidingen. Al deze vingerzettingen staan ook in het trillermenu vermeld. Vingerzettingstekens horen bij de noot en worden met de noot mee verplaatst.
Afhankelijk van het instrument worden vingerzettingstekens boven (rechterhand piano), onder (linkerhand piano) of bij het nootbolletje gezet.
De vingerzettingsvoorkeur kun je per partij instellen onder partijgegevens
Indien nodig kun je met het contextmenu afdwingen dat een vingerzettingsteken bij het nootbolletje komt te staan in plaats van buiten de balk:
bij nootbolletje:
Bij transponeren blijven vingerzettingstekens staan waar ze staan; voor de meeste instrumenten zal dit niet de bedoeling zijn... Je kunt met partijbewerken alle vingerzettingen in een partij in een keer verwijderen. Ook kun je vingerzettingstekens (tijdelijk) onzichtbaar maken door de grootte van de bijbehorende tekstsoort op nul te zetten.
Iedere noot kan zowel een vingerzettingsteken, een versieringsteken, als twee articulatietekens (duur en sterkte) meekrijgen.
Als je andere vingerzettingstekens dan die uit het trillermenu nodig hebt, kun je in MusiCAD notatie deze opgeven als nootkenmerk: A5 1/4 ve voor vingerzettingsteken 'e' bij de noot A5 met duur 1/4.
Behalve 'echte' vingerzetting, d.w.z. door MusiCAD als zodanig geïnterpreteerde vingerzettingtekens kun je ook liedteksten, informatieteksten en aantekeningen hiervoor gebruiken.
Gitaar
Het opgeven van vingerzetting voor gitaar (en andere snaarinstrumenten) kan lastig zijn omdat je zowel de snaar, de fret (positie), de linkerhandvinger en de rechterhandvinger wilt/moet kunnen aangeven.
De linkerhandvingers:
duim | T |
wijsvinger | 1 |
middelvinger | 2 |
ringvinger | 3 |
pink | 4 |
De rechterhandvingers:
duim | p | pulgar |
wijsvinger | i | indice |
middelvinger | m | medio |
ringvinger | a | anular |
pink | e | mignolo |
Voor cello is het teken voor duimpositie ook in het trillermenu beschikbaar.
Ventielgrepen
Om voor koperblazers zoals trompet, tuba en cornet het ventielgebruik te noteren als 13 om aan te geven dat eerste en derde ventiel ingedrukt moeten worden gebruik je de 'vingers' 6 t/m 9 voor resp. 12, 13, 23 en 123
Met het trillermenu kun je dit soort vingerzettingstekens snel zetten zonder dat je ze hoeft te onthouden.